6 december
2000, vandaag een jaar geleden hield het aardse leven van onze Sarah op.
Zonder dat we het in de gaten hadden, was ons geliefde kind afscheid aan
het nemen geweest, en vloog ze ineens weg op 6 december. Al heel snel na
dat moment, nog in het ziekenhuis, was daar voor mij de herkenning, want
dit was wat ik altijd gevoeld had. Dit was de altijd aanwezige angst geweest.
Heel vreemd om op zo'n moment dat te denken, maar ik voelde onmiddellijk
de rust, de angst was weg, maar er was iets anders voor in de plaats gekomen.
De week na de begrafenis hebben we beiden een gevoel van onwerkelijkheid
gehad, het voelde of Sarah even uit logeren was, maar wel weer terug zou
komen. Er steeds maar weer achter komen dat dit niet zou gebeuren, was
een schok. Tranen hadden we die dagen niet, en daar voelden we ons heel
vaak schuldig over. Het leek of ons verdriet in een grote doos zat, waar
heel soms de deksel even van open ging, maar vervolgens snel weer sloot,
want het was veel te veel om te kunnen voelen. Veel doe je die weken op
de automatische piloot, je kookt, je eet, je werkt, maar echt voelen wat
er gebeurd is doe je nog niet.
We hebben in die eerste tijd erg veel gezocht naar herkenning, we hebben
veel gelezen. Steeds maar weer opnieuw lezen dat we niet de enigen waren
die dit door moesten maken. We zochten ook al snel contact met de Vereniging
van ouders van een Overleden Kind (VOOK). In februari vond ik op internet
Lieve-Engeltjes.
De weken en de maanden verstreken, en we voelden ons vaak alleen, alleen
met ons verdriet. Zo veel mensen kwamen niet meer, zo veel mensen konden
en wilden niet begrijpen dat we over Sarah wilden blijven praten. Sarah
blijft ons kind, ook al woont ze niet meer bij ons en kunnen we niet meer
voor haar zorgen, en ook over haar praten we dus graag. Veel nieuwe mensen
leerden we kennen, veel al lotgenoten, want juist die voelden wat wij
voelden: de drang om te overleven, zonder het zo gemiste kind. Vaak kwam
er een verwijdering tussen ons, als partner voel je het verdriet allebei
zo verschillend, daar een weg in te vinden is niet altijd makkelijk. Na
weken van verwijdering komen er weer weken dat we samen sterk zijn, wij
tegen de rest van de wereld, zo voelt het wel vaak.
Na een maand of 4 komt daar ineens het moment van voelen, het voelt
als een dreun, ineens word je op aarde teruggeslingerd. Het werken was
voor mij over, ik kon het niet meer. Koken en het huishouden interesseerden
me niet meer, wat er voor in de plaats kwam was de intense moeheid. Leven
was alleen nog maar overleven geworden. Rouwen is hard werken, en dat
heb ik vooral in die tijd heel erg gemerkt.
Ik heb die periode veel geschreven, weet ook zeker dat er een boek over
Sarah komt. Het gaat heten: "Ons leven met een engeltje" en als onderschrift
zal er staan "over het leven met en zonder een bijzonder meisje, waarvan
de moeder wist dat ze niet lang kon blijven." Als een soort van inleiding
kwam er een interview in de Margriet, zo zag ik het wel. De grote aantallen
bezoekers van deze homepage deden ons goed. Het maakte voor mij duidelijk
dat er belangstelling is naar dit bijzondere verhaal, ons verhaal. Ons
kindje zal niet vergeten worden.
Sarah zelf bleef ons helpen, dat hebben we dit jaar vaak gevoeld. Vaak
in de vorm van een witte vlinder die er ineens was als we het nodig hadden.
Maar vaak was er ook alleen het gevoel, het gevoel dat ze weer even bij
me was. Het maakte dat ik me warm voelde worden.
Echt genieten is moeilijk, als het al gebeurt voel je gelijk het missen
van Sarah dubbel hard. Lachen en huilen staat heel dicht bij elkaar, dat
weten we inmiddels heel goed. En ook is daar het besef dat het wegvliegen
van ons meisje, ons leven op een vreemde manier verrijkt heeft. Natuurlijk
hadden we Sarah veel liever bij ons willen hebben. Maar we weten dat dat
gewoon niet kon, Sarah haar leven hier was voorbij, dat heeft ze zelf
aangegeven, en is ook op foto's goed te zien. Sarah was in leven al een
engeltje, een engeltje wat we even te leen hadden.
Maar hoe zoiets verdrietigs toch je leven kan verrijken is vreemd. Dat
besef kwam na ongeveer een half jaar. Je weet dat niets meer hetzelfde
is en wordt na dat zoiets met je gebeurt. Je zal nooit meer degene worden
die je was voor het wegvliegen van Sarah, En op de één of andere manier
wil je dat ook niet meer. Overal kijk je anders tegenaan, je ogen lijken
röntgen ogen te zijn geworden. Je voelt en ziet als mensen oprecht zijn
naar je toe, als ze vragen hoe het met je gaat. Sommige mensen vragen
het wel, maar horen liever dat het goed gaat, als dat ze de waarheid horen.
Dat herken je en dat speel je mee. Je leert van kleine dingen te genieten,
het leven te nemen per dag, en niet meer te ver vooruit te kijken, we
weten immers dat het zo maar afgelopen kan zijn. Na dit jaar weten we
wie echte vrienden zijn, dat zijn de mensen waar we ons zelf bij konden
blijven, die bleven komen, die steeds maar weer wilden luisteren, die
er voor ons waren als we dat nodig hadden. En ook wie niet, en bij de
laatste horen er inmiddels al heel veel. Dat is ook een afscheid wat je
er bij krijgt, afscheid van mensen uit je "vorige leven" want zo voelt
het, het leven met Sarah was een vorig leven. Sarah is weggevlogen en
is een nieuw leven begonnen, maar wij ook, zonder haar.
Een jaar zonder Sarah, alles hebben we nu een keer zonder haar meegemaakt.
Het eerste moeilijke jaar, maar ook wetende dat de jaren die komen niet
makkelijker worden. Het overleven zal misschien weer een beetje leven
worden. Voor iedereen gaat het leven door, voor ons ogenschijnlijk ook,
echter ons gevoel is wel achtergebleven op 6 december 1999. De dag waarna
niets meer hetzelfde is geweest.